Op 23 februari 2007 werd op de oude website van Lux et Libertas het onderstaande artikel gepubliceerd. Bij deze de herpublicatie.
Volgens de Berlijnse krant Der Tagesspiegel worden Berlijnse jongeren steeds gewelddadiger. Het aantal geweldsmisdrijven door jongeren steeg in 2006 met vijf procent ten opzichte van het jaar ervoor. Meer dan tachtig procent van de geweldsmisdrijven wordt door allochtone jongeren gepleegd. Opvallend is bovendien dat steeds vaker wapens worden gebruikt.
In een artikel in de Berliner Morgenpost was vorig jaar december al te lezen hoe dat geweld er in concreto uitziet. Hoewel het betreffende artikel om een of andere reden (politiek-correcte zelf-censuur?) snel van de website van de betreffende krant verdween, zijn grote delen van het artikel bewaard gebleven op Politically Incorrect. Hieronder vindt u een kort verslag:
De straat voor de joodse school in het centrum van Berlijn wordt bewaakt
door camera's en voor de school staan steeds twee politieagenten.
Op de Lina-Morgenstern-Schule, een niet-joodse school, werd maandenlang
een 14-jarig joods meisje uitgescholden en geïntimideerd, zodat zij uiteindelijk
onder politiebegeleiding naar school moest gaan. Het begon toen een meisjes met
een Arabische achtergrond twee dagen werd geschorst toen zij het joodse meisje
had geslagen. De volgende dag stond een groep moslimjongeren voor de school.
"Wie is hier het joodse meisje?", roept één van hen. Het joodse meisje probeert
de groep te ontlopen, maar dat lukt niet. De moslimjongeren gaan achter haar aan
en gooien met een fles naar haar. Het meisje redt zich door in een portiek te
vluchten. Het bleef echter niet bij deze gebeurtenis. Het joods meisje werd
later door twee meisjes met een Arabische achtergrond op het schoolplein
bespuugd en geslagen. "Jij vieze strontjodin, ga je ophangen" werd naar het
joodse meisje geroepen.
Volgens experts vonden alleen al in dit jaar 190 van deze anti-joodse
gebeurtenissen in Berlijn plaats. Dat is een stijging van 50 procent ten
opzichte van vorig jaar. Steeds vaker zijn kinderen met een Turkse of Arabische
achtergrond erbij betrokken.
De joodse gemeenschap adviseert ouders hun kinderen naar een joodse
school te sturen, omdat alleen daar de kinderen tegen geweld worden beschermd.
Elke Witting, de directrice van de joodse school in het centrum van Berlijn
merkt een toename van aanmeldingen: "Wij hebben per klas tenminste één kind dat
vanwege anti-joodse gebeurtenissen op een andere school naar ons is gekomen."
Op jodenhaat onder islamieten rust nog grotendeels een taboe. Feit is
echter dat steeds meer Arabische moslimjongeren Hitler bewonderen, Israël haten,
de holocaust ontkennen en openlijk antisemitisch zijn. Bij Turkse moslimjongeren
is dit minder het geval. Maar ook daar ontwikkelt de jodenhaat zich, vooral bij
Turkse moslimjongeren die in contact komen met islamistische organisaties,
moskeeverenigingen of leeftijdsgenoten met een Arabische achtergrond.
Zoals u heeft kunnen lezen, betreft het in dit geval jongerengeweld gemotiveerd door jodenhaat. De Duitse media reageren niet vaak op dit soort 'incidenten' en áls zij reageren zijn het vaak de obligatorische "dit mag niet gebeuren"-achtige reacties. Bovendien ontzien veel journalisten de islam stelselmatig van kritiek en willen zij nog wel eens verwijzen naar de 'Palestijnse zaak' (waarmee zij op een slinkse manier impliceren dat de joden het antisemitisme zelf uitlokken). Die verwijzing is grotendeels irrelevant, aangezien islamitische jodenhaat al vele eeuwen voor het ontstaan van de staat Israël bestond. De Vlaamse hoogleraar Islamkunde Urbain Vermeulen zei daarover in 2004 het volgende:
De profeet komt in 622 uit Mekka in Medina aan waar er twee Arabische stammen of
clans en drie joodse stammen leven. Hij heeft aanvankelijk niet de bedoeling een
eigen godsdienst te stichten. Hij wil aan de Arabieren de boodschap brengen die
Mozes aan de joden gegeven had, en Jezus aan de christenen. Maar de joden in
Medina zeggen: wat die man vertelt, klopt niet met wat wij al eeuwenlang horen.
Zij kunnen de profeet betrappen op onjuistheden, overdrijvingen en dergelijke.
Zij worden dus zijn belangrijkste vijanden tegen wie hij heel hard moet
optreden, wat hij ook gedaan heeft. In de koran vinden wij heel wat verzen,
zogenaamde openbaringen van God, die zeer onvriendelijk zijn voor de joden.
Op de vraag of Mohammed joden heeft vervolgd antwoordde Vermeulen als volgt:
In 624, dat is jaar twee van de islamitische tijdrekening, de hidjra, breekt Mohammed met het jodendom. Hij verandert plots de gebedsrichting. Tot dan
toe werd het gebed verricht in de richting van wat genoemd werd al-Masdjid
al-Aqsa, de verst afgelegen gebedsplaats. Men noemt dat Jeruzalem maar in feite
is dat de tempel van Salomon waarover Mohammed vage geruchten gehoord heeft,
waarschijnlijk van joden die in Mekka handel kwamen drijven of tijdens zijn
karavaantochten naar Syrië.
Na die breuk pakt Mohammed de joden ook lijfelijk aan. Twee van de drie
joodse stammen heeft hij verbannen en hun goederen geconfisqueerd. En na het
beleg van Medina door de Mekkanen, in 627, overkomt de derde stam een erger lot.
De mannen worden gedood, de vrouwen en kinderen als slaven verkocht. Met andere
woorden: er is een serieuze anti-joodse actie geweest van de profeet, waarbij
Mohammed zich volgens onze morele maatstaven nogal onbarmhartig heeft getoond
tegenover de joden.
De bovenstaande passages zijn afkomstig uit het artikel "Laat eens doctoraten maken over wat in moskeeën verteld wordt" van Mia Doornaert, gepubliceerd in de Vlaamse krant De Standaard van 21 februari 2004.
_____