Het onderstaande artikel werd oorspronkelijk op 24 augustus 2007 gepubliceerd op de oude website van Lux et Libertas. Bij deze de herpublicatie.
Onder de titel Collecteren voor Pol Pot publiceerde HP/De Tijd vorige week een artikel van Roelof Bouwman. In Cambodja is recent namelijk het genocidetribunaal tegen de Rode Khmer begonnen. Het moorddadige communistische regime kon destijds ook in Nederland op steun rekenen. De Groep Marxisten-Leninisten (GML) zamelde zelfs geld in voor Pol Pot en consorten.
Enkele jaren geleden schreef Roelof Bouwman al een artikel over het GML-verleden van Paul Rosenmöller (Van bloedrood tot groenlinks, HP/De Tijd, 9 januari 2004). Rosenmöller was van 1976 tot 1982 lid van de GML. Deze partij wilde Nederland gewapenderhand modelleren naar het voorbeeld van stalinistisch Rusland, maoïstisch China en het Cambodja van Pol Pot. Dat waren totalitaire regimes die in totaal ongeveer honderd miljoen mensen de dood injoegen. Sympathie voor Stalin en Mao was ook wel bij andere Nederlandse partijen te vinden (zo dweepte de SP in de jaren zeventig met beide massamoordenaars), maar de GML was nog wat radicaler. Deze splinterpartij was — zoals reeds duidelijk is gemaakt — zeer enthousiast over Pol Pot en consorten. Ook het regime van de Albanese partijleider Enver Hoxha werd bewonderd. Dat regime was zo extreem gewelddadig dat zelfs de Sovjet-Unie de "bloedige wreedheden" van Hoxha veroordeelde.
Pol Pot en zijn kameraden deden overigens niet onder voor het regime van Enver Hoxha. In de periode 1975-1979 werden naar schatting 1,7 miljoen mensen vermoord, niet zelden met gebruikmaking van martelmethoden die zelfs door de Gestapo en de SS onbeproefd waren gebleven. Sommige mensen zullen die 1,7 miljoen doden in vergelijking met de tientallen miljoenen doden door Stalin, Mao en Hitler wellicht weinig vinden, maar in verhouding tot de totale bevolking was het regime van Pol Pot verreweg het dodelijkst. De genocide-deskundige Rudolph Rummel berekende (bron: Death by Government) dat de Rode Khmer jaarlijks ruim 8 procent van de Cambodjaanse bevolking afslachtte. Daarmee is het regime van Pol Pot recordhouder wat betreft genocide (Rummel gebruikt overigens zijn iets ruimere "democide"-definitie).
Dat juist Pol Pot op de sympathie van Paul Rosenmöller en consorten kon rekenen is veelzeggend. Roelof Bouwman schrijft in het eerder genoemde artikel Collecteren voor Pol Pot het volgende daarover:
Het socialisme, zo meende men bij de GML, kon alleen 'ingesteld' worden door middel van een 'gewapende revolutie' cq. 'revolutionair massageweld'. "Wat wij willen, is de hele burgerlijke wereld naar de verdoemenis jagen," liet de GML-leiding in 1978 weten in een 1-mei-boodschap, die op een bijeenkomst in de Amsterdamse Brakke Grond werd voorgelezen door een met een bivakmuts vermomde jongeman. "Het is deze wereld die wij willen en die wij zullen vernietigen in de gewelddadige revolutie."
De Khmer-communisten waren op dat moment druk doende dit idee in Cambodja in de praktijk te brengen, en dus kon het regime rekenen op de onvoorwaardelijke steun van de GML. Sterker nog: Rosenmöller en zijn kornuiten moeten een halve dágtaak hebben gehad aan het promoten van Pol Pot. HIj werd opgehemeld in het GML-maandblad Rode Morgen, in pamfletten, vlugschriften en op manifestaties, en er werd zelfs voor zijn regime gecollecteerd. Dat er in Cambodja door de Khmers op ongekende schaal werd gemoord en gemarteld, werd door de GML domweg niet geloofd. Volgens Rode Morgen betrof het 'gruwelsprookjes', 'laster' en 'aantoonbare leugens'.Deze onvoorwaardelijke steun voor Pol Pot werd door de Rode Khmer gewaardeerd. In 1979 ontvingen de 'dear friends' van de GML een hartelijke brief van het ministerie van Buitenlandse Zaken van 'Democratisch Kampuchea'. Rosenmöller en zijn kameraden werden in de brief bedankt voor hun 'militant solidarity and support'.
Paul Rosenmöller wordt zelden door journalisten met zijn misdadig verleden geconfronteerd. Op 19 juli 2004 deed Andries Knevel dat echter wel in het Radio 1-programma De ochtenden. Toen Knevel vroeg of Rosenmöller geen spijt had van zijn GML-verleden, antwoordde de voormalige GroenLinks-leider als volgt: "Spijt is niet het begrip dat bij mij bovenkomt."
_____