Op 18 mei 2007 werd op de oude website van Lux et Libertas het onderstaande artikel gepubliceerd. Bij deze de herpublicatie.
In Natuurwetenschap & Techniek staat deze maand een interessant artikel van Marcel Crok, Arnout Jaspers en Erick Vermeulen over doemscenario's met betrekking tot het milieu. Het betreffende artikel bespreekt vooral drie grote milieu-angsten uit het verleden: "bodemverontreiniging, het gat in de ozonlaag en zure regen". De auteurs schrijven onder meer:
De feiten zijn, dat in Nederland en België nooit iemand is overleden of ernstig ziek geworden door bodemverontreiniging (behalve mogelijk enkele asbest-slachtoffers in Goor). De industriële uitstoot van SO2, de voornaamste bron van zure regen, was al over z'n hoogtepunt heen toen de paniek over das grosse Waldsterben uitbrak. Of onverminderde SO2-uitstoot wel een massale kaalslag had veroorzaakt is hoogst twijfelachtig. Het gat in de ozonlaag heeft nooit bestaan; je zou kunnen spreken van deuken boven de Noord- en Zuidpool, maar omdat de zon boven de tropen veel hoger staat, lopen flora en fauna daar sowieso een veelvoud aan UV-straling op vergeleken met de polen. Duidelijke effecten van de toegenomen hoeveelheid UV op gewassen of diersoorten zijn nergens waargenomen.Al Gore zou die vraag waarschijnlijk bevestigend beantwoorden. Hetzelfde geldt voor de Nederlandse milieu-lobby, bestaande uit organisaties als Greenpeace Nederland, Natuur en Milieu en Milieudefensie. Wat milieu-angst is immers niet alleen goed voor allerlei (al dan niet overbodige) maatregelen, maar ook goed voor de bankrekeningen van die organisaties. En dat is wederom goed voor de werkgelegenheid bij de milieulobby.
De milieu-Angst van toen in het juiste perspectief plaatsen, is geen pleidooi om niets te doen. Integendeel, het uitbannen van de ozon-vretende cfk's is ook met wijsheid achteraf een hoopgevend voorbeeld van hoe wereldwijde actie effectief kan zijn. Maar is het in een democratie werkelijk nodig de burger telkens de doodschrik op het lijf te jagen om tot effectief beleid te komen?
Een typisch voorbeeld van milieu-angst was zure regen. Crok, Jaspers en Vermeulen schrijven daarover onder meer:
Als iets heilig is in Duitsland, naast voetbal, dan is het wel het woud. Daar hangt de geur van Germaanse mythen omheen. Dus toen enkele Duitse wetenschappers zich begin jaren tachtig ongerust begonnen te maken over bossterfte, pakten de media in Duitsland het onderwerp snel op. Ecoloog Bernhard Ulrich meende de oorzaak gevonden te hebben: zure regen. Weekblad Der Spiegel gaf eind 1981 de aftrap met een drieluik getiteld Säureregen: Da liegt etwas in der Luft. Ulrich voorspelde daarin dat de eerste bossen binnen vijf jaar zouden uitsterven. Das grosse Waldsterben was begonnen, een term die door de onderzoekers zelf was bedacht (ze gebruikten Sterben als vakterm voor boomziekte). In 1983 deed Der Spiegel er nog een schepje bovenop met de kop "Wir stehen vor einem ökologischen Hiroschima". De politieke partij CDU/CSU verklaart in het stuk de strijd tegen zure regen als 'de grootste opgave voor de mensheid'.In 1988 ontzenuwde het wetenschappelijk tijdschrift Nature de paniek al, maar dat artikel kreeg veel minder aandacht dan alle eerdere waarschuwingen. Volgens Jaap Hanekamp van HAN Research was een van de problemen bij het bossterfte-onderzoek dat niemand wist hoe een gezonde bospopulatie er precies uit ziet. "Mensen zeggen vaak: de boomkruinen zien er slechter uit en er sterven meer takken. Maar als je kijkt naar foto's en ansichtkaarten van vroeger, dan zie je dat het beeld volstrekt normaal is. Ieder gezond bos bevat oude en stervende bomen."
Een heuse milieu-Angst was geboren, die snel overwoei naar andere Europese landen en naar de Verenigde Staten, waar maar liefst 500 miljoen dollar werd gestopt in een onderzoeksprogramma naar de kwaliteit van de bossen. Ook in Duitsland werd naar schatting 550 miljoen mark in bosonderzoek gestoken. Het mooie aan de voorspelling van Ulrich was dat hij een periode van vijf tot tien jaar noemde. Eind jaren tachtig konden we daarom met z'n allen de balans opmaken en concluderen dat de angst ongegrond was.
_____