Afgelopen vrijdag besteedde ik op Lux et Libertas aandacht aan een blog-artikel van Toby Harnden (een journalist van The Daily Telegraph), waarin deze stelt dat de Obama-regering islamitisch terrorisme bagatelliseert. De bagatelisserende opmerkingen van Barack Obama en zijn medewerkers naar aanleiding van de mislukte aanslag tijdens een vlucht tussen Amsterdam en Detroit (door de Nigeriaanse moslim Umar Farouk Abdulmutallab) vallen namelijk in een patroon van bagatellisering van islamitisch terrorisme. En dat terwijl het afgelopen jaar nogal wat jihadistische "incidenten" op (of boven) Amerikaans grondgebied plaatsvonden.
Zo was er de aanslag op de militaire basis Fort Hood in Texas, waarbij de islamitische majoor Nidal Malik Hasan 13 mensen vermoordde en 30 anderen verwondde. Diederik van Hoogstraten somde vorige week in Elsevier nog andere "incidenten" op (die overigens niet of nauwelijks het Nederlandse nieuws haalden):
Naast de voorvallen in Fort Hood en Detroit werden het afgelopen jaar in Chicago
Amerikanen opgepakt met plannen om de Deense tekenaar Kurt Westergaard te doden. In New York werden in mei vier moslims gearresteerd die een synagoge wilden
opblazen, en in september verijdelde de politie een complexe terreuraanval van
Afghanen in New York. Nog veel meer bijna-aanslagen en succesverhalen van de
inlichtingendiensten halen het nieuws niet eens.
Met "het nieuws" zal Van Hoogstraten waarschijnlijk vooral het Amerikaanse nieuws bedoelen, want Nederlandse nieuwsmedia berichtten zelfs niet of nauwelijks over de voorvallen die het Amerikaanse nieuws wél halen. Dat soort nieuws past immers niet in de linkse agenda van lieden als Eelco Bosch van Rosenthal (NOS Journaal) en Erik Mouthaan (RTL Nieuws). Bovendien besteden hun werkgevers liever voor de zovéélste keer aandacht aan een Palestijn die een Israëlisch vuiltje in zijn oog heeft gekregen. Elsevier-verslaggever Diederik van Hoogstraten vergeet in zijn opsomming overigens nog een aanslag in Arkansas, waarbij een moslim-bekeerling een rekruteerder van het Amerikaanse leger vermoordde.
Hoe het patroon van bagatellisering door de Obama-regering er overigens concreet uit ziet, kunt u nalezen in een uitstekende column van Charles Krauthammer in The Washington Post. Zo omschrijft Janet Napolitano, Obama's minister van Binnenlandse Veiligheid, islamitische terreuraanslagen bijna Orwelliaans als "door mensen veroorzaakte rampen". Ook de zeer onduidelijke term "oorlog tegen het terrorisme" (waarbij de ideologische achtergrond, het jihadisme, onbesproken wordt gelaten) heeft de Obama-regering in de ban gedaan.
Van de eerder genoemde Toby Harden werd gisteren een artikel in The Daily Telegraph gepubliceerd. Hij geeft nog wat voorbeelden van bagatelliserende opmerkingen met betrekking islamitisch terrorisme door Obama en consorten:
In zijn radiotoespraak nadat majoor Nidal Hassan 13 mensen in Fort Hood
(Texas) had afgeslacht, gebruikte Obama geen enkele keer de termen terrorisme of
militante islam. In plaats daarvan beloofde hij minzaam dat een "lopend
onderzoek naar deze tragedie" zou "kijken naar de motieven van de vermeende
schutter".
Hassan was een toegewijde islamist, die had gecorrespondeerd met de
fanatieke Jemenitische imam Anwar al-Awlaki. Abdul Hakim Mujahid Muhammad, een
moslim-bekeerling die door de FBI in de gaten werd gehouden en eerder naar Jemen
was gereisd, vermoorde in juni een rekruteerder van het Amerikaanse leger in
Arkansas. Dat leidde bij Obama slechts tot lauwe verklaring, waarin hij het over
een "zinloze daad van geweld" had.
Maar het geweld was niet zinloos, het had een weloverwogen doel - net zoals Abdulmutallab geen "geïsoleerde extremist" was (zoals Obama hem omschreef). Geen wonder dat veel Amerikanen Obama aan de kraag willen grijpen en hem "Het is de jihad, domoor" willen toeschreeuwen. Dick Cheney, de voormalige vice-president, raakte duidelijk een open zenuw toen hij vorige week stelde dat Obama "probeert te doen alsof wij niet in oorlog zijn".
_____