vrijdag 30 september 2011

Harry Mulisch en Jan Pronk waren fout in de (Koude) Oorlog

.
Hieronder vindt u een citaat uit een artikel van Roelof Bouwman (HP/De Tijd, 11 augustus 2006). De links zijn door mij toegevoegd.
Harry Mulisch, die Cuba in 1967 voor het eerst bezocht, viel als een blok voor [Fidel] Castro, die zijns inziens boven iedereen uitstak ‘door zijn motieven, zijn eerlijkheid, zijn intelligentie, zijn leiderskwaliteiten, zijn gevoel voor humor, zijn doorzettingsvermogen, zijn onafhankelijkheid, zijn radicaliteit en natuurlijk ook door zijn onvoorstelbare moed’. Samen met kunstenaars als Peter Schat en Hugo Claus maakte hij in 1969 de hagiografische opera Reconstructie over Castro’s wapenbroeder Che Guevara, die twee jaar eerder was gesneuveld als guerrillastrijder in Bolivia. Maar ook de idealistische Jan Pronk, van de in de jaren vijftig nog zo fervent anticommunistische PvdA, liep weg met Cuba. Als minister van Ontwikkelingssamenwerking in het kabinet-Den Uyl (1973-1977) spekte hij Castro’s dictatuur met miljoenen guldens Nederlands belastinggeld. 

Zie ook:
Dossier Linkse Kerk
Dossier socialisme en communisme

_____